De twee drieluiken aan de noordelijke muur van de kapel zijn kopieën uit 1908 naar werken van Maarten Pepijn ( 1749). Het linkerdrieluik toont Elisabeth van Hongarije die haar bezittingen schenkt aan de armen. Op het rechterpaneel ontvangt Christus Elisabeth in het Paradijs terwijl het linkerpaneel haar toont op haar sterfbed.
Haar naamdag is 17 november. Zij verkoos de armoede nadat haar man overleden was op vierentwintigjarige leeftijd en zij verjaagd werd door haar schoonbroer. In 1235 werd zij heilig verklaard.
Zij was een Thuringse prinses en de dochter van koning Andreas Il van Hongarije. Zij stond bekend voor haar vrijgevigheid en trad na de dood van haar echtgenoot in bij de Franciscaner tertiarissen ( de derde orde van de Franciscanen met seculiere leden). Zij wordt afgebeeld als een prinses met een kroon of in een Franciscaner habijt. Soms heeft ze munten in haar hand, een kan of een mand met brood, fruit of vis als symbolen van haar vrijgevigheid. Of met een mand rozen. In de Nederlanden wordt zij vaak afgebeeld met drie kronen: de kroon van de martelaren omwille van haar boetedoening, die van de maagden omwille van haar zuiverheid en die van de predikers omwille van haar goede voorbeeldfunctie. Zij is de patroon van de bakkers. Haar naam komt voort uit het Hebreeuws en betekent "God is mijn eed" of "God is overvloed".
Het rechter drieluik gaat over Sint-Augustinus die gedoopt wordt door Sint-Ambrosius waarbij het rechter paneel toont hoe de bedlegerige Sint-Augustinus een andere zieke geneest en het linker paneel zijn wijding toont. Augustinus was in 354 geboren in Algerije en doceerde grammatica, retorica en filosofie. Hij bekeerde zich tot het christelijk geloof en liet zich in 368 dopen door bisschop Ambrosius van Milaan. Hij was de auteur van talrijke theologische en filosofische werken waardoor hij erkent werd als kerkleraar. Hij overleed in 430 in Afrika. Hij wordt afgebeeld als een ijverig studerende bisschop en is de patroon van drukkers en theologen. Zijn naamdag is 28 augustus en de betekenis komt voort uit het Latijn: groot en eerbiedwaardig.
Ambrosius was eveneens bisschop en kerkleraar en is geboren omstreeks 337 te Trier. Hij ontplooide zich tot een briljant advocaat en werd in 374 benoemd tot bisschop van Milaan. Hij wordt afgebeeld met staf en gesel als symbool van zijn strijd tegen de ketterij. Zijn naamdag is 7 december en hij is de patroon van de bijen en de imkers. De betekenis van zijn naam komt voort uit het Grieks: onsterfelijk.
In het koor van de kapel staat een offerblok die de uitrusting uitbeeldt van de pelgrim: pelgrimsstaf, kalebas en de Sint-Jakobsschelp. Deze laatste is het bewijs van de volbrachte bedevaart naar Compostela.Verder de weergave in hout van het huis van Onze-Lieve¬Vrouw van Loreto.
De communiebank in marmer is vervaardigd door Quellin en afkomstig uit het Cellebroedersklooster waar nu de huidige academie is gevestigd.
Aan de westzijde van de kapel toont het kerkraam, vervaardigd door Marc De Groot, het mirakel van de verplaatsing van het huis van Onze-Lieve-Vrouw van Nazareth naar Loreto.
Eveneens staat er een klein beeldhouwwerk over diezelfde madonna van Loreto. Het Latijnse opschrift stelt dat deze replica gemaakt is uit klei van de stal te Bethlehem, gemengd is met kleizand uit het dal van Josaphat en nadien in contact kwam met het wonderbeeld van Loreto in het huis van Nazareth.
De vitrine toont verschillende zilveren relieken die werden meegebracht door de bedevaarders.
Een eiken paneel toont de broederschap van Loreto met de twaalf directeurs en hun overleden voorgangers.
De imposante vergaderzaal is gedecoreerd met verschillende portretten in olieverf en bustes van de Loretanen.
1. Het portret van bisschop Reginald Cools door een anoniem meester. Hij was de initiatiefnemer om de Loretanen het beheer van het gasthuis terug toe te vertrouwen.
2. Het portret van Brants, eveneens geschilderd door een anoniem meester, die van de prefect d'Herbouville de toelating kreeg om het gasthuis zijn tradionele bestemming terug te geven.
3. Twee borstbeelden in terracotta van weldoeners en leden van de broederschap: de schilder Abraham Genoels (hofschilder van Louis XIV) en Passchasius De Feir beiden vervaardigd door Michiel Van der Voort.
4. Een portret van Henricus Matthias de Mirande (anoniem) die in 1710 het hoofd was van de broederschap.

vorige - inhoud - volgende